De aula medewerkster van het crematorium sprak me meteen na de dienst aan. “Jeetje Marie-José, dit is zo’n dienst die je nooit meer vergeet”. En ik wist dat ze gelijk had. Dit levensverhaal was zo uniek en ik hoopte dat ik het eer aan gedaan had. Toen ik de crematorium medewerker sprak wist ik dat het gelukt was. Als je jeugd je, tot twee keer toe, wordt ontnomen en je de rest van je leven moet vechten om het onrecht wat je aangedaan is een plek te kunnen geven en als dan blijkt dat je dat niet lukt dan kan ik niet anders dan me afvragen hoe haar leven was verlopen als die gebeurtenissen toen niet gebeurt waren. En op welke manier ik dan tijdens de dienst kan benadrukken dat het zeker niet haar schuld was. Het was niet haar schuld dat het is gebeurt en het was zeker niet haar schuld dat ze de gebeurtenissen geen plek kon geven, dat ze haar bleven achtervolgen. Ze heeft met alles wat ze had gevochten en ze was niet te zwak, integendeel, het onrecht was te groot. Uiteindelijk kreeg ze toestemming om te mogen gaan en heeft ze haar rust gevonden. En dat verhaal mocht ik schrijven en vertellen, haar afscheid mocht ik organiseren. En dat is zo dankbaar om te mogen doen. In het crematorium werd ze, door gebruik van de bloemenband, letterlijk en figuurlijk omringd met rode rozen. Haar lievelingsbloemen, welke ook hèt teken van onvoorwaardelijke liefde zijn. En al die mensen die haar al die jaren hebben omringd en bijgestaan lieten haar los uit liefde. Niet voorgoed maar zoals ze zelf zei: “tot later”. Liefde houdt niet op waar het leven eindigt.
Blik op
Via onderstaande, door mij geschreven, columns neem ik jullie graag mee in mijn werk als uitvaartverzorger. Ik schrijf over wat ik tegenkom en laat in mijn columns ook graag weten wat er allemaal mogelijk is. […]