Warme chocomelk met slagroom, een stuk gebak én een mars. Het was het vaste recept als hij een dagje uitging.
Hij genoot van de dagjes weg, eerst met de trein naar bijvoorbeeld Den Bosch, later met de bus naar ‘stad’. Hij kon er uren rondwandelen en wist steevast de plek te vinden waar was afgesproken om elkaar weer te ontmoeten. Als je met hem op pad ging miste je vaak de bus terug omdat hij altijd ergens nog wel iets interessants zag. ‘Ekkes kieken’, zei hij dan, de bus waarop je wachtte kon je dan jammerlijk aan je voorbij laten gaan. Na het overlijden van zijn ouders en broers bleef hij alleen achter. En toen de woongroep waar hij jaren met plezier woonde zijn deuren sloot leek het er even op dat hij zijn geliefde Groesbeek moest gaan verlaten. Gelukkig zorgden zijn begeleiders alsnog voor een plek in Groesbeek en kon hij blijven wonen in de omgeving die hij zo goed kende. Lekker wandelen of een boodschapje halen, hij genoot ervan. Zijn dagen vulde hij door de spullen die hij tijdens zijn leven verzamelde te bekijken of te herschikken. Hij was niet eigenwijs maar deed alles gewoon op zijn eigen wijze. Helaas kon hij maar kort genieten van zijn nieuwe woonplek. Na een periode van afnemende gezondheid overleed hij in het bijzijn van zijn begeleiders. Zijn uitvaart werd bezocht door een aantal van zijn medebewoners en door de lieve medewerkers van de woongroep. Er klonk Groesbeekse muziek en zijn begeleiders spraken liefdevolle woorden uit. Bij het verlaten van de aula kreeg iedereen een mars mee, herkenbaar omdat hij daar altijd zo van genoot en als teken van dankbaarheid. Dankbaar dat dit kleine groepje mensen voor hem zorgden en dankbaar dat ze op zijn uitvaart waren. Niemand is graag altijd alleen. Liefde houdt niet op waar het leven eindigt.